A.F.A.M. Wetzer, 26 juli 2008
De monumentale boerderij met grupstal (grup = goot voor mestafvoer) aan de Empelsedijk 15 in Oud-Empel, staat sinds mei 2001 geregistreerd als rijksmonument. Het complex werd in 1906/07 opgericht in opdracht van Jan Godschalx. De familie Godschalx speelde een belangrijke rol in Empel; zij bracht onder anderen drie burgemeesters en een bisschop voort. Grote delen van de woonwijk Maaspoort zijn bebouwd op voormalige landbouwgronden van dit (boeren)geslacht. Het woongedeelte is gebouwd in een eclectische stijl. De boerderij is gedeeltelijk onderkelderd en heeft een rechthoekige grondslag van één bouwlaag met kapverdieping onder een mansardedak met Maasgedekte leien. De symmetrisch opgebouwde voorgevel telt vijf traveeën en wordt geleed door een gecementeerde plint en speklagen. Vensters en voordeur zijn getoogd met een segmentboog en hebben op de begane grond een metseldecoratie in de boogtrommels. De vensters hebben T-ramen en zijn voorzien van hardstenen onderdorpels. De centraal gelegen ingang heeft een vleugelpaneeldeur met glaspanelen en gietijzeren sierroosters. Naast de ingang bevindt zich een kleine gedenksteen voor de eerstesteenlegging. In het dakschild aan de voorzijde bevindt zich een kleine dakkapel met puntdak. De vensters in de zijgevels en de achtergevel zijn grotendeels oorspronkelijk; alleen die van de keuken zijn gewijzigd. Een centrale gang, die betegeld is met marmeren plavuizen en een lambrisering met een imitatie-marmer beschildering heeft, doorsnijdt intern het pand. Aan weerszijden van de gang bevinden zich de woonvertrekken met kamers en suite, een achterkamer en een grote keuken met bijkeuken. De kamers op de begane grond hebben stucplafonds met florale en geometrische ornamentiek. De oorspronkelijke detaillering is nog geheel aanwezig met onder meer: houten paneeldeuren, schuifdeuren, natuurstenen schouwen, vensterbanken en -luiken. De keukenvloer is belegd met gele en zwarte tegels. De oorspronkelijke stookplaats met houten omlijsting is nog bewaard. Via de keuken is de van troggewelfjes op ijzeren profielen voorziene kelder bereikbaar. Via een trap met geornamenteerde, ijzeren balusters komt men bij de slaapkamers op de kapverdieping. Deze bevatten verder geen bijzondere detaillering. De grupstal is toegankelijk via de bijkeuken en staat hier haaks op. De stal is een éénlaags, rechthoekig bouwlichaam met zadeldak. Aan de voorzijde zijn licht getoogde vensters met zesruits ramen en een houten deur met bovenlicht. In de kopgevel bevinden zich inrijpoorten. In de achtergevel zijn gietijzeren boogramen en smeedijzeren steekankers aangebracht. | 7 |
In 1828 trouwde de Berlicumse burgemeesterszoon Johannes Mathias Godschalx (1794-1868) met de Empelse Mechelina Wolfs. Dat was het begin van de `dynastie' Godschalx in Empel, die het dorp onder anderen drie burgemeesters bezorgde. Op dit moment wonen nog de twee broers August en Antoon en hun zus Annie Godschalx in het familiehuis aan de Empelsedijk 15 aan de Maas.
'Meggelina Wolfs jongste dogter heft an dit gebouw de erstem steen gelegt 1801 20 maart.' Niet in blokletters, maar in een sierlijk handschrift zijn deze woorden gebeiteld in de door de familie Godschalx zorgvuldig bewaarde eerste steen van het oorspronkelijke 'stamhuis', een langgevelboerderij. De eerste steen werd gelegd door betovergrootmoeder, die toen ongeveer vijf jaar oud was. Zij was dochter van Willem Wolfs, voorzitter van de Polder van den Eyghen. Grootvader Jan Godschalx (1858-1945) heeft in 1906 het tegenwoordige huis gebouwd. Zijn dochter Johanna legde dáárvan de eerste steen, die in de voorgevel zit. Deze Jan Godschalx, broer van Antoni die de derde burgemeester Godschalx op rij was van Empel en Meerwijk, was degene die het agrarisch bedrijf sterk uitbreidde. De familie speelde een belangrijke rol in Empel, en zorgde onder andere voor veel werkgelegenheid. Het grote huis aan de dijk, iets terug gelegen en met een oprijlaan, straalt die rijke geschiedenis nog steeds uit. In de lange gang, die het huis in tweeën deelt, hangt een grote ingelijste kaart van `De hoogheerlijkheden Empel en Meerweijk'. Hij is een kopie van een kleurenkaart uit 1777. De familie heeft het origineel overgedragen aan het Waterschap De Maaskant. Op de kaart zijn alleen maar langgerekte percelen, groepjes boerderijen, water en een enkele zandweg herkenbaar. "Het Neien Wiel, dat moet het huidige Grote Wiel zijn, dat is er nog. En het Alverwiel, van de visclub, kent iedereen", denkt August (1924). Ook de Eendenkooi, nu midden in de woonwijk Maaspoort gelegen, staat er op. Tot aan de Tweede Wereldoorlog is in en rond Empel eigenlijk niet zoveel veranderd. Toen de Maas nog niet gekanaliseerd was, stond dit land in de winter vaak onder water. Bij Godschalx stond het dan zowel voor als achter de dijk. Huis en erf zelf bleven droog. "Je kon in de winter helemaal nergens naar toe. Het water is verwoestend geweest voor de economische en | 179 |
maatschappelijke ontwikkeling van het dorp. Je had hier vanwege het water bijna geen ondernemers." Er was dan ook veel armoede in het dorp, vooral in de jaren dertig van de twintigste eeuw.CatastrofeDe bevrijding van de Duitsers in oktober 1944 en de periode daarna tot de wapenstilstand op 5 mei 1945, was een catastrofe voor het dorp Empel, maar het stamhuis van Godschalx bleef overeind. Op last van de bezetters werden de bewoners geëvacueerd. Vervolgens zijn veel van de huizen van de dijk geschoten door de Duitsers en de geallieerden, of ze raakten zo zwaar beschadigd dat ze niet meer konden worden opgeknapt. Langs de dijk zijn nu veel lege plekken. "Ons huis heeft drie granaatinslagen gehad. Je kunt dat nog zien aan de plafonds in de suite vóór en in de keuken, die na de oorlog zonder versieringen zijn hersteld." Op zolder laat August zien hoe een granaatscherf een gat boorde in een dakspant. "Ze hebben het huis indertijd heel sterk gebouwd. Dat krijg je niet kapot met granaten. Dit was heel sterk, anders was er niks van over geweest."Cook"Het bedrijfsgebouw met stal hier precies achter ons huis is voor een groot deel afgebrand. Er was hier toen niemand meer aanwezig. Gelukkig stond de wind de andere kant op. Het is voor ons huis kantje boord geweest", vertelt Antoon (1935). Een jaar of tien geleden kreeg de familie Godschalx bezoek uit Schotland, van een van de bevrijders. "Hij was in Empel gevangen genomen door de Duitsers die hier toen zaten. Hun commandant bivakkeerde in onze kelder. Die Schot, Cook heet hij, is hier vastgezet en ondervraagd. Hij wist te vertellen dat zes of zeven kameraden van hem waren gesneuveld en dat hun lijken door de Duitsers bij ons voor de deur werden neergelegd. Hij had 45 jaar lang geprobeerd deze plek terug te vinden. Wij waren nog met tien man over', vertelde hij, 'en we moesten de hele nacht met de handen omhoog tegen de muur staan.' Kun je nagaan, toen hij een jaar of tien geleden bij ons kwam. Wij hoefden niks te zeggen, hij liep gelijk door naar de kelder. 'Hier heb ik gezeten', zei hij. Dat was heel indrukwekkend." De familie Godschalx onderhoudt sindsdien nog steeds contact met Cook. In 1947 nam het gezin van Harry Godschalx en Nelly Thijssen, met hun negen kinderen onder wie de huidige bewoners, zijn intrek in het stamhuis aan de Empelsedijk 15. Grootvader Jan Godschalx was in 1945 in Zaltbommel omgekomen door een granaatscherf, tijdens de periode van de evacuatie. Enkele tantes, dochters van Jan, die nog in het stamhuis woonden, verhuisden naar nummer 20 aan de overkant waar de huidige bewoners van het stamhuis waren geboren en opgegroeid.Dertien bochtenDe familie Godschalx heeft vanuit het huis de stad Den Bosch zien oprukken, en voor een flink deel nog wel over de eigen landbouwgrond. Waar de bieten verbouwd werden, staan nu huizen met grasdaken. August herkent in Maaspoort de watergang in de Lokeren nog, ook ooit eigen grond. "Je kon vanuit ons huis de trein van Den Bosch naar Oss gewoon zien rijden! Dat is hemelsbreed zeker vier kilometer", zegt Antoon. Vier kilometer was een geweldige afstand, toen de | 180 |
woonwijk er nog niet was, zelfs wanneer het water wegbleef. "Wij moesten zigzaggend naar Den Bosch, tussen de percelen door. De Steeg heette die grindweg. Er zaten dertien bochten in." De vertrekken van het stamhuis hangen vol portretten en foto's die herinneren aan de rijke familiegeschiedenis. Zoals het 25-jarig ambtsjubileum van burgemeester A. Godschalx in 1919. Of, in de gang boven, de Dungense mgr. Adrianus Godschalk, van 1878 tot 1892 bisschop van Den Bosch. Mgr. Godschalk was van de Dungense tak, waarvan de Berlicumse familie Godschalx zich in de zeventiende eeuw afsplitste. De Dungenaren bleven hun naam met een k schrijven. In de huiskamer aan de voorzijde, die is voorzien van ingebouwde kasten, hangt boven de schouw het familiewapen van Godschalx, met een Springende Zalm als teken van aanzien, en vier spitsruiten. Aan de tafel in de ruime keuken met grote schouw, links aan het eind van de gang, is het steevast elke ochtend vanaf klokslag elf uur en elke middag vanaf vier uur koffiedrinken. "Wij wonen in het hele huis, en dat vinden we heerlijk", verzekert Annie (1925). Achteraan rechts is de betrekkelijk kleine tuinkamer, waar de familie vaak zit. Vooraan rechts is de suite, met onder andere geschilderde portretten van de ouders. "Hier zitten we alleen op zon- en feestdagen." Vensters en schuiframen zijn origineel. Zowel in de voor- als in de achterkamer is een schouw. UitzichtOpvallend zijn beneden de glimmend gepoetste paneeldeuren van Amerikaans grenen hout. Brandsporen uit 1944 zitten nog in de lak. De rood- en lichtbruine panelen zijn afgewerkt met een sierstrookje van zwart ebbenhout. Een steile trap is de toegang tot de eerste verdieping met een zevental (slaap)kamers. De kamers vóór kijken uit op de Maas. In de berging boven, die uitkomt op de badkamer, en waar de trap naar de zolder begint, staat een eikenhouten kast. Volgens de overlevering is dit het enige meubelstuk dat is overgebleven van het oude huis uit 1801. De rest is bij de bevrijding verloren gegaan." Op zolder is het uitzicht nog mooier. Naar het zuiden over de woonwijk Maaspoort heen. Wie heel goed kijkt, kan de toren van de Sint-Jan ontwaren.In de keuken is een deur naar een deel van het huis dat nog is overgebleven van het oude stamhuis uit 1801. Daarin onder andere een begin negentiende-eeuws tableau van zwart-roodbruine tegeltjes tegen de wand. Met een vaas met bloemen, en engeltjes. In een andere ruimte, de vroegere toegang tot de negentiende-eeuwse boerderij, zijn twee niet meer gebruikte deuren van inlands eikenhout. "Die zijn blijven zitten, maar erachter is alleen een blinde muur." EtalagepopIn de oude stal, waarvan alleen het dak vernieuwd is, stonden tien jaar geleden nog koeien. Nu alleen oude glorie, die is overgebleven van het vroegere rijtuigenbestand. Een Tilbury uit 1876, met een model van een paard ervoor en een als koetsier aangeklede etalagepop. En een uit nostalgie aangeschafte Dogcar uit 1920. Beide rijtuigen komen nooit meer naar buiten.Hetzelfde geldt voor de machines in de garage en werkplaats op het achtererf. Een maaidorser (combine) staat er werkeloos. Ook een tractor die in het kader van de Marshallhulp na de oorlog vanuit Amerika overkwam. En een glimmende Hanomag-trekker. "Die hebben we in 1949 nieuw gekocht en onlangs laten opknappen. Hij heeft dertig jaar stilgestaan. Alle zuigers zaten vast. We laten hem geregeld lopen. Dat is leuk om naar te kijken en te luisteren. Hij loopt als een trein", vertelt August. Er staan nog twee koeien in de grote schuur en stal die in de jaren vijftig is aangebouwd. Maar binnenkort zijn ook die weg. Een deel van de landbouwgrond is inmiddels verkocht. Op grond in de nabije Koornwaard verbouwt Godschalx nog tarwe, maïs en aardappels. Rond de boerderij en bedrijfsgebouwen ligt 6 hectare grond, omgeven door de woonbebouwing. De familie hoopt dat het bezit als één landgoed behouden kan blijven. "Maar wij gaan voorlopig niet weg, wij houden van ons huis", zegt August. | 182 |
InleidingBoerderij, met grupstal. Het woongedeelte is in 1906 opgebouwd in een Eclectische stijl en intern verbonden met de grupstal. Deze is het enige restant van een, waarschijnlijk negentiende-eeuwse, voorganger. De bekapping van de stal is grotendeels vernieuwd. De boerderij werd gebouwd in opdracht van de heer Godschalx.Het geheel is gelegen op een groot terrein met een buiten de van rijkswege geldende bescherming vallende tuinaanleg met ijzeren hekwerk aan de voorzijde en een erf aan de zijkant en de achterzijde. Op het erf bevinden zich nog verscheidene opstallen die alle dateren van omstreeks 1950. Ook deze vallen buiten de van rijkswege geldende bescherming. De oude bijgebouwen moesten na in 1944 opgelopen oorlogsschade grotendeels gesloopt worden. OmschrijvingGedeeltelijk onderkelderde boerderij op rechthoekige grondslag van één bouwlaag met kapverdieping onder een afgewolfd mansardedak met Maasgedekte leien. De gevels zijn opgetrokken uit in kruisverband gemetselde machinale baksteen. De symmetrische opgebouwde voorgevel telt vijf traveeën en wordt geleed door een gecementeerde plint en speklagen. Vensters en deur zijn getoogd met een segmentboog en hebben op de begane grond een metseldecoratie in de boogtrommels. De vensters hebben T-ramen en zijn voorzien van hardstenen onderdorpels. De centraal gelegen ingang heeft een vleugelpaneeldeur met glaspanelen en gietijzeren sierroosters daarvoor. Naast de ingang bevindt zich een kleine gedenksteen voor de eerstesteenlegging.In het dakschild aan de voorzijde bevindt zich een kleine dakkapel met puntdak. De vensters in de zijgevels en de achtergevel zijn nog grotendeels oorspronkelijk; alleen de vensters van de keuken zijn gewijzigd. Intern wordt het pand doorsneden door een centrale gang die betegeld is met marmeren plavuizen en een lambrisering heeft met een imitatie-marmer beschildering. Aan weerszijden van de gang bevinden zich de woonvertrekken met kamers en suite, een achterkamer en een grote keuken met bijkeuken. De kamers op de begane grond zijn voorzien van stucplafonds met zowel florale als geometrische ornamentiek. De oorspronkelijke detaillering is nog geheel aanwezig met onder meer houten paneeldeuren, schuifdeuren, natuurstenen schouwen, ventersbanken en -luiken. Via een trap met geornamenteerde ijzeren balusters zijn de slaapkamers op de kapverdieping bereikbaar. Deze bevatten verder geen bijzondere detaillering. Aan de achterzijde zijn de keuken en bijkeuken gelegen. De keukenvloer is belegd met gele en zwarte tegels. De oorspronkelijke stookplaats met houten omlijsting is nog bewaard. Via de keuken is de van troggewelfjes op ijzeren profielen voorziene kelder bereikbaar. Deze heeft een met rode plavuizen belegde vloer. De grupstal is bereikbaar via de bijkeuken van het woongedeelte en staat hier haaks op. Het is een éénlaags, rechthoekig bouwlichaam met gevels van in kruisverband gemetselde baksteen onder een met blauwe verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak. De oostelijke kopgevel is deels gepleisterd. De stal heeft aan de voorzijde licht getoogde vensters met zesruits ramen en een opgeklampte houten deur met bovenlicht. In de kopgevel bevinden zich de inrijpoorten. Aan de achtergevel is het pleisterwerk verwijderd en het metselwerk opnieuw gevoegd en geïmpregneerd. Verder zijn hier gietijzeren boogramen en smeedijzeren steekankers aangebracht. De stal heeft in de lengte drie beuken: twee gruppen met stenen ruiven en een centrale handpomp scheidt de stal van het woonhuis en verbindt deze met de bijkeuken. De zoldering van de stal wordt gedragen door twee rijen houten standvinken op gemetselde voet. Intern zijn nog de oorspronkelijke paneeldeuren bewaard. De dakspanten, bekapping en pannen van het stalgedeelte zijn na de oorlog en in 1997 gewijzigd. WaarderingDe boerderij met grupstal is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling van de landbouw in het rivierengebied en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de boerderij met bijgebouwen. Architectuurhistorisch is het pand van belang vanwege de ornamentiek en de toegepaste eclectische stijlmotieven en vanwege de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. De boerderij is belangrijk vanwege de gaafheid van het in- en exterieur en is als zodanig zeldzaam. |
2003 |
Wim HagemansTwee eeuwen Godschalx in Empel - Empelse dijk 15 EmpelBossche Pracht 8 (2003) 179-182 |
2003 |
Empelsedijk 15, boerderij GodschalxDit rijke boerderijcomplex van de familie Godschalx is grotendeels gespaard gebleven tijdens de beschietingen in 1944: het dak van de stal moest worden hersteld na brandschade. Het woongedeelte van het complex dateert grotendeels uit 1906 maar de boerderij heeft ook oudere, eind 19e eeuwse bedrijfsdelen. De eerste boerderij op deze plaats, in eigendom van de familie Wolfs, dateerde uit 1801 en behoorde tot het langgeveltype. Hiervan is alleen de gevelsteen door de eigenaars bewaard.Sinds het huwelijk van de Berlicumse burgemeesterszoon Johannes Godschalx met Mechelina Wolfs in 1828 is de familie Godschalx op deze plaats gevestigd, waarvan diverse generaties de burgemeesterspost hebben bekleed in de Gemeente Empel en Meerwijk. De ruime woning van de boerderij telt twee verdiepingen en heeft een mansardedak met wolfseind, gedekt met leien. De symmetrische gevels zijn uitgevoerd in schoon metselwerk met speklagen. De vensters zijn uitgevoerd als T-schuifraam. Vóór het huis een grote tuin met een smeedijzeren hek. Achter de woning de haaks aangebouwde grupstal (eind 19e eeuws) met zesruits schuifvensters en gietijzeren boogramen. In deze voormalige grote koeienstal, waarvan de dakconstructie is vernieuwd na de brand van 1944, staat nu een bewaard gebleven familierijtuig (Tilbury, 1876). Naast het huis staat op het erf een L-vormig samenstel van stallen en schuren. In de garage en werkplaats diverse oude landbouwwerktuigen en machines.
Boekje Open Monumentendag (2003) 18
|
1971 | H.C.J. Godschalx |